Concept
De Cirkelbrug doet iets wat andere bruggen niét doen. Door een vernuftige vormgeving stelt het wegverkeer in staat om altijd naar de andere kant van een water te komen. Hoe werkt dit nu eigenlijk?
Een traditionele beweegbare brug bestaat uit brugdek dat -wanneer gesloten- twee wegen op elkaar aansluit. Als een schip moet passeren stopt het wegverkeer en opent de brug door het brugdek te kantelen, schuiven, of draaien. De grote tekortkoming bij alle deze bruggen is dat ze alleen doorgang verlenen aan scheepvaart óf wegverkeer.
Het brugdek van de Cirkelbrug bestaat uit een cirkel met daarin een uitsparing. De toeritten zijn vergelijkbaar met die bij een rotonde. Afhankelijk van waar de uitsparing zich bevind, wordt wegverkeer over de linker of rechter toerit geleid. Door dit speciaal vormgegeven wegdek van de Cirkelbrug, maakt deze op elk willekeurig moment contact met de wegen aan beide zijde van het water.
Scheepvaart maakt gebruik van de uitsparing in de cirkelvormig brugdek om naar de andere zijde te komen. Simpel gezegd vaart een schip naar het centrum van de uitsparing, waarna de cirkel 180 graden draait. Het schip blijft met de neus in dezelfde richting draaien. Zodra de uitsparing de tegenovergestelde richting uit wijst, kan het schip z’n weg weer vervolgen.
Door te variëren met de grootte van het brugdek en de uitsparing, kan de Cirkelbrug toegepast worden op allerlei soorten wegen, van wandel- en fietspaden, via autobruggen binnen de bebouwde kom en daarbuiten, tot en met de grootste snelwegen over rivieren en estuarium.